Wat betekent that in Engels?
Wat is de betekenis van het woord that in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van that in Engels.
Het woord that in Engels betekent die, die, die, zo, zo, heel, waarin, waarop, waarmee, zo, dusdanig, dat, dat, zodat, die, ergens achter komen, te weten komen, eruit flappen, doen alsof, vervolgens, daarna, ook vinden dat, beweren, ervan uitgaand dat, als tenminste, toen, toegeven, erkennen, bekennen, rekening houden met, in gedachten houden, in gedachten houden, in het achterhoofd houden, rekening houden met, geloven in, denken, geloven, opscheppen dat, pochen dat, certificeren, getuigen, toegeven, uitdenken, verzinnen, speculeren, impliceren, inhouden, twisten, strijden, ervan overtuigd zijn dat, tegenin brengen, concluderen, ondanks dat, ondanks het feit dat, ongeacht het feit dat, twijfelen, weifelen, betwijfelen, benadrukken, garanderen dat, verzekeren dat, inschatten, stel je voor!, zich inbeelden dat, zich slecht voelen dat, tot een conclusie komen, desondanks, uit angst dat, , om die reden, concluderen, begrijpen, moet je nou horen!, moet je nou zien!, de indruk krijgen, zekerheid bieden, kennis geven van iets, aangezien, aangenomen, verondersteld, volgens, een voorgevoel hebben, het vermoeden hebben, een flauw vermoeden hebben, ergens niet aan twijfelen, dat gezegd hebbende, echt hopen, vurig hopen, hoopvol dat, hoe komt het dat?, als hypothese aannemen, ik geloof dat, ik durf te zeggen, Ik zou willen dat, impliceren, om, teneinde, in zoverre, in dat geval, in dat geval, in het geval dat, in het geval dat, het feit in beschouwing nemen, insinueren, informeren, het spreekt vanzelf, zomaar, blijven hopen, donders goed weten, verdomd goed weten, horen, vernemen, op die manier, duidelijk maken, duidelijk stellen, ervoor zorgen dat, er zeker van zijn dat, zich verwonderen, geen manier, geen mogelijkheid, ondanks, nu, nou, nu dat, bovendien, daarnaast, verordenen, bemerken, beseffen, begrijpen, roeien met de riemen die je hebt, vooronderstellen, veronderstellen, aannemen, overheid, vooronderstellen, veronderstellen, verklaren, afkondigen, verkondigen, laten zien, verklaren, verklaren, voorspellen, voorzeggen, aankondigen, voorstellen, opperen, op voorwaarde dat, een woordspeling maken, opnieuw bevestigen, weten, opnieuw bevestigen, denken, vermoeden, aannemen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord that
diepronoun (demonstrative: it, she, he) (mannelijk+vrouwelijk) Do you like that? That's not what I meant. |
dieadjective (as indicated) (mannelijk+vrouwelijk) I like that scarf best. |
dieadjective (the one indicated) (mannelijk+vrouwelijk) I'm not sure if I like this one or that one. |
zoadverb (so) It's not that easy to learn a new language after age fifty. |
zo, heeladverb (very) The movie was not that good. |
waarin, waarop, waarmeeadverb (at which, in which) From the direction that he was going in, I would say he was headed to town. |
zo, dusdanigadverb (to such an extent) I cannot believe I could sleep that deeply. You may not believe me, but it was that hot. |
datconjunction (so … that) He was so hungry that he made himself a sandwich. |
datconjunction (quoting) He said that he didn't want to go. |
zodatconjunction (in order that) She studied hard that she might become a doctor. |
diepronoun (the thing indicated) (mannelijk+vrouwelijk) Do you want this or that? |
ergens achter komen, te weten komenphrasal verb, transitive, separable (discover) I just found out that my sister is pregnant. |
eruit flappenphrasal verb, transitive, separable (informal (reveal accidentally) (informeel) I'll get in trouble if you let out the secret. |
doen alsofphrasal verb, transitive, separable (UK, informal (with clause: pretend) Liam tried to make out that he was sick, but it was clear he was not. |
vervolgens, daarnaadverb (then, next) We went to see a film, and after that had a meal in an Italian restaurant. |
ook vinden dattransitive verb (share the opinion that) |
bewerentransitive verb (with clause: say as true) Vivian asserted her dog was not to blame for the mess. |
ervan uitgaand dat, als tenminsteconjunction (supposing) (veronderstelling) We will have a picnic tomorrow, assuming that it doesn't rain. Morgen gaan we picknicken, ervan uitgaand dat het (of: als het tenminste) niet regent. |
toenadverb (during a specified past period) I was born in 1999. At that time my father was a captain, but now he is a major. Ik werd geboren in 1999. Toen was mijn vader kapitein, maar nu is hij majoor. |
toegeven, erkennen, bekennentransitive verb (avow, assert openly) |
rekening houden met, in gedachten houdenverbal expression (consider, take into account) Bear in mind that we already have an enormous sum invested in the project. |
in gedachten houden, in het achterhoofd houden, rekening houden metconjunction (considering that) That is a great score, bearing in mind that you just started studying yesterday. |
geloven intransitive verb (with clause: have confidence) I believe he will return as promised. |
denken, geloventransitive verb (with clause: think, suppose) I believe that it won't rain tomorrow, but I'm not sure. |
opscheppen dat, pochen dattransitive verb (with clause: boast) John bragged that he owned ten motorcycles. |
certificeren, getuigentransitive verb (testify: that [sth] is true) |
toegeventransitive verb (admit) You have to concede that you misunderstood the question. |
uitdenken, verzinnentransitive verb (think up: an idea, etc.) We conceived a plan to sneak away in the night. |
speculerentransitive verb (speculate) The detective conjectured that the murderer hid the weapon in the forest. |
impliceren, inhoudentransitive verb (imply, have as a nuance) His statement connoted that he would not be attending the event. |
twisten, strijdenintransitive verb (argue) |
ervan overtuigd zijn datadjective (persuaded, certain that) The old lady is convinced that family members are stealing money from her. |
tegenin brengenintransitive verb (respond to argument) He countered that the pan was impractical. |
concluderentransitive verb (work out) How did you deduce that no one had been here? |
ondanks datadverb (nevertheless) Thomas had slight leg injury, but, despite that, he managed to win the race. |
ondanks het feit dat, ongeacht het feit datconjunction (even though) Despite the fact that he had revised really hard, Billy could not answer a single question on the exam paper. |
twijfelen, weifelen, betwijfelenintransitive verb (be uncertain) I doubt if I can help you. |
benadrukkentransitive verb (say, repeat for clarity) He emphasized that he didn't want to stay working there. |
garanderen dat, verzekeren dattransitive verb (with clause: make sure) George wanted to ensure that he got a good seat, so he bought his theater tickets a month early. |
inschattentransitive verb (with clause: judge, guess) Glenn estimated that his team would lose. |
stel je voor!interjection (dated (expressing amazement) |
zich inbeelden dattransitive verb (with clause: imagine) Vicky often fantasizes that she is married to a famous footballer. |
zich slecht voelen dat(feel guilty) |
tot een conclusie komenintransitive verb (learn, discover) We found that the cars performed just as well as each other. |
desondanksadverb (even so, in spite of this) He was a scoundrel and a wastrel but, for all that, she still loved him. |
uit angst datconjunction (fearing that) She stayed home all week for fear that she would catch the swine flu. Ze bleef de hele week thuis uit angst dat ze de Mexicaanse griep zou oplopen. |
adverb (intensifier: what is more) I know she doesn't like his music - for that matter, neither do I. |
om die redenadverb (consequently) She's always so much fun at parties. For that reason, I'm sorry she can't come tonight. |
concluderen, begrijpentransitive verb (understand) I gather that you are not interested in going out tonight. |
moet je nou horen!, moet je nou zien!interjection (slang (look at that) (informeel) |
de indruk krijgenverbal expression (sense) I'm getting the impression that the election didn't really change anything. Ik krijg de indruk dat de verkiezing niet echt iets veranderd heeft. |
zekerheid bieden(with clause: guarantee) |
kennis geven van iets(warn, inform) The Council's letter gave notice of the election to all the voters. |
aangezienconjunction (in view of the fact that) Given that you weren't really listening, I see why you don't understand. |
aangenomen, verondersteldadverb (admittedly) Granted, John did badly on that test, but the teacher had no right to call him out in front of the class the way he did. |
volgenstransitive verb (declare, assert) Legend has it that the lakes are the footprints of a giant. |
een voorgevoel hebben, het vermoeden hebbenverbal expression (informal (suspect, sense) I have a hunch that the show will be cancelled; they haven't sold many tickets. Ik heb een vermoeden dat de show afgelast zal worden, ze hebben niet genoeg tickets verkocht. |
een flauw vermoeden hebbenverbal expression (suspect, sense) We had an inkling that the film might be a success, but we weren't sure. |
ergens niet aan twijfelenverbal expression (be certain) I have no doubt that he'll be back tomorrow with the same story. Have no doubt, we'll get in trouble for eating all the cake. Ik twijfel er niet aan dat hij hier morgen terug zal staan met hetzelfde verhaal. |
dat gezegd hebbendeadverb (however, nevertheless) Most politicians have good intentions; having said that, some are corrupt. |
echt hopen, vurig hopenverbal expression (hope sincerely) |
hoopvol datadjective (with clause: optimistic) Holly was hopeful that this year would be better than the last. |
hoe komt het dat?(explain why) How is it that all of your hats are black? Hoe komt het dat al jouw hoeden zwart zijn? |
als hypothese aannementransitive verb (with clause: make a hypothesis) Even several decades ago, experts hypothesized that smoking caused cancer and other diseases. |
ik geloof datexpression (with clause: I think that) I believe the class begins on Monday. |
ik durf te zeggenverbal expression (I assume, I think likely) I daresay you're hungry after your long walk? |
Ik zou willen datexpression (informal (if only) I wish that we could talk about what's been bothering you. Ik zou willen dat we konden praten over wat je dwars zit. |
implicerentransitive verb (imply) |
om, teneinde(so that) |
in zoverreadverb (in as much as) It's true, in that it was proven in a court of law. |
in dat gevaladverb (then) The College may require you to provide a medical certificate, and in that case it will reimburse you any expenses involved. |
in dat geval, in het geval datadverb (if that should happen) You will be informed if any goods are unavailable and in that event, the store will offer you an alternative. |
in het geval datexpression (if it happens that) In the event it doesn't arrive, don't worry about it. Maak je er geen zorgen over in het geval dat het niet toekomt. |
het feit in beschouwing nemenexpression (given that) In view of the fact that it's raining hard, we are going to cancel the game. Het feit dat het regent in beschouwing genomen, zullen we de wedstrijd moeten annuleren. |
insinuerentransitive verb (imply, suggest) |
informerentransitive verb (with clause: inform [sb]) Kate had instructed the authorities where she had last seen her car. |
het spreekt vanzelfexpression (it is logical) |
zomaaradverb (informal (suddenly) One minute Lucy was here, then she disappeared – just like that! |
blijven hopenverbal expression (be optimistic) |
donders goed weten, verdomd goed wetenverbal expression (slang, potentially offensive (be aware) (informeel) Don't play coy with me, you know damn well what I'm talking about! |
horen, vernementransitive verb (with clause: become aware) I only learned yesterday that he had died. |
op die manieradverb (in that way) If you do it like that, you will only hurt yourself. If you translate the sentence like that, it's going to sound funny in the target language. |
duidelijk maken, duidelijk stellenverbal expression (informal (be unambiguous) |
ervoor zorgen datverbal expression (with clause: ensure) He made sure they were all listening before starting to speak. I always make sure that I lock the door when I leave. |
er zeker van zijn datverbal expression (with clause: ascertain) The teacher counted heads to make sure all her students were present. |
zich verwonderentransitive verb (be impressed that) He marveled that she could recite the entire play from memory. |
geen manier, geen mogelijkheidnoun (no possible means) There's no way we can get there on time; our car broke down. |
ondanksconjunction (formal (although) Notwithstanding that a liberal arts degree was unlikely to get him a really high-paying job, Tom decided studying a subject he was passionate about was more important than money. |
nu, nouconjunction (since at present) Now you are a famous singer, everyone wants to be your friend. Now that Sally is here, the meeting can begin. |
nu datadverb (because at present) Now that you're finally back home, you can finish your chores. Now that spring has come, I can plant my garden. |
bovendien, daarnaastadverb (informal (in addition) What a day! First I woke up late, then the hot water heater burst, and on top of that, I got a flat tire. |
verordenentransitive verb (order, decree) It was ordained that all citizens should journey to the city of their birth for the census. |
bemerken, beseffen, begrijpentransitive verb (with clause: realize that) Ian perceived that his efforts were of no use. |
roeien met de riemen die je hebtverbal expression (figurative (work with what you have) (figuurlijk) |
vooronderstellentransitive verb (with clause: postulate) The professor posited that students learn better in a comfortable environment. |
veronderstellen, aannementransitive verb (put forward, propose) The professor postulated a dramatic increase in population. |
overheidplural noun (those in command) The powers that be say that we must pay taxes. |
vooronderstellen, veronderstellentransitive verb (assume in advance) Your theory presupposes that time existed at the beginning of the universe. |
verklaren, afkondigen, verkondigentransitive verb (announce) Late last night they proclaimed the winner in the election. |
laten zientransitive verb (figurative (show, indicate) The results clearly proclaimed I'd been right all along. |
verklarentransitive verb (declare) Quentin fell to his knees and professed his undying love for me. |
verklarentransitive verb (with clause: declare) Sarah went to the concert to profess her love to Justin Bieber. |
voorspellen, voorzeggentransitive verb (predict, foretell) Some people claim that Nostradamus prophesied many of the major events in world history. |
aankondigentransitive verb (with clause: predict) |
voorstellen, opperentransitive verb (with clause: suggest) I propose that we adjourn the meeting until next Tuesday. |
op voorwaarde datconjunction (on condition that) I will come to visit you tomorrow, provided it doesn't rain. |
een woordspeling makentransitive verb (remark wittily) |
opnieuw bevestigentransitive verb (restate, assert again) I just want to reaffirm my support for this cause. |
wetentransitive verb (with clause: be aware that) Did you realize that the school term starts next Monday? |
opnieuw bevestigentransitive verb (state or affirm again) The president reasserted his commitment to anti-terrorism policies. |
denken, vermoeden, aannementransitive verb (think, guess) |
Laten we Engels leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van that in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.
Verwante woorden van that
Synoniemen
Geüpdatete woorden van Engels
Ken je iets van Engels
Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.