Wat betekent equipo in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord equipo in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van equipo in Spaans.

Het woord equipo in Spaans betekent van uitrusting voorzien, uitrusten, toerusten, inrichten, optuigen, van apparaten voorzien, uitrusten met apparaten, monteren, assembleren, in elkaar zetten, uitrusten, voorzien, team, team, uitrusting, honkbalteam, groep, -gerei, ploeg, installatie, uitrusting, visgerei, team, groep, -spullen, apparatuur, uitrusting, uitrusting, crew, groep, uitrusting, voetbalteam, voorzien van, uitrusten met, uitrusten met, opvoeren met turbodruk, voorzien van, opnieuw uitrusten, voorzien van, opnieuw uitrusten met. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord equipo

van uitrusting voorzien

El equipo está recaudando fondos para equipar la expedición.

uitrusten, toerusten

verbo transitivo (boot)

El barco ha sido equipado para tener mayor velocidad.

inrichten

verbo transitivo (huis)

Equipó toda la casa con muebles nuevos.

optuigen

(una embarcación) (van boot)

Harry está equipando su bote.

van apparaten voorzien, uitrusten met apparaten

verbo transitivo

La cocina está equipada con una cocina eléctrica y refrigerador.

monteren, assembleren, in elkaar zetten

La lluvia caía con fuerza y Wendy se dio cuenta de que debía armar algo para refugiarse.

uitrusten, voorzien

La compañía de alquiler de ski equipó a Rosa con todo lo necesario.

team

nombre masculino

El equipo de baloncesto ganó su primer juego.

team

El entrenador le dio al equipo una charla de preparación antes del partido.

uitrusting

nombre masculino (bagage)

honkbalteam

(de béisbol profesional)

Si el jugador permanecerá en el equipo o no todavía es incierto.

groep

nombre masculino (de trabajadores)

El equipo trabajó para terminar el proyecto antes de la fecha límite.

-gerei

nombre masculino (in samenstelling)

Venden todo tipo de equipo para acampar.

ploeg

nombre masculino

A Linda le gusta remar, así que quiere hacer equipo.

installatie

nombre masculino

Dejamos los equipos en el escenario para el concierto de mañana.

uitrusting

El senderista cogió su equipo y salió para la montaña.

visgerei

(de pesca)

El pescador salió para el río, llevando todo su equipo.

team

nombre masculino

Vamos a apoyar a nuestro equipo.

groep

nombre masculino

Un equipo de médicos del hospital de la ciudad lo ha estado visitando.

-spullen

nombre masculino (in samenstelling)

Traía su equipo futbolístico en su bolso.

apparatuur, uitrusting

¿Qué clase de aparatos necesitas para el experimento?

uitrusting

Guardaba en la cochera sus herramientas de carpintería.

crew

(anglicisme)

Después de limpiar el patio, todo el equipo se fue a comer pizza.

groep

Hay un gran grupo de solicitantes para este trabajo.

uitrusting

La ambulancia lleva un buen equipo médico.

voetbalteam

(American football)

voorzien van, uitrusten met

La escuela tiene el propósito de equipar a cada estudiante con un portátil.

uitrusten met

Décadas de experiencia en el trabajo la han equipado con destreza y confianza.

opvoeren met turbodruk

voorzien van

(leger)

opnieuw uitrusten

locución verbal

voorzien van

opnieuw uitrusten met

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van equipo in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Verwante woorden van equipo

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.