Wat betekent empregar in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord empregar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van empregar in Portugees.
Het woord empregar in Portugees betekent in dienst nemen, aannemen, gebruiken, inzetten, een baan vinden voor, inhuren, besteden, spenderen, inroepen, een beroep doen op, verkeerd gebruiken, verkeerd toepassen, onjuist toepassen, iemand inhuren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord empregar
in dienst nemen, aannemen(pessoas) Esta empresa emprega cem funcionários. |
gebruikenverbo transitivo (uso) Estamos usando o termo "liberdade" em seu sentido mais amplo. |
inzetten
Precisamos empregar todas as estratégias disponíveis se quisermos ter êxito. |
een baan vinden voor(emprego) (werk) A agência de empregos o empregou quase imediatamente. |
inhurenverbo transitivo (contratar os serviços de alguém) A empresa ganhou o contrato e empregou uma equipe de cem funcionários. |
besteden, spenderenverbo transitivo Nós empregamos uma grande parcela de tempo e esforço neste projeto. |
inroepen, een beroep doen opverbo transitivo Nós contratamos os serviços de um encanador para limpar a bagunça. |
verkeerd gebruiken
Daniel quebrou uma faca porque a usou incorretamente. É perigoso usar incorretamente medicamentos controlados. |
verkeerd toepassen, onjuist toepassenlocução verbal |
iemand inhuren(alguém) |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van empregar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van empregar
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.